Een repetitie van een 100-jarige dorpsfanfare, verteld in veertien verhalen. Door Ruben Gielis.
Wat een godvergeten saai stuk is dat toch, Bist Du Bei Mir. Gelukkig komt volgende week de band weer naar de repetitie. Dan gaan we weer vlotte nummers spelen, maar nog belangrijker: dan zie ik (18) de zangeres weer. In het nummer van Adele heb ik een gezamenlijk stukje met haar. Dat ben ik thuis aan het oefenen. Eigenlijk is dat te gek voor woorden, want ik oefen thuis nooit. Het is nogal ‘aantrekken en afstoten’ wat de zangeres en ik doen. Volgens mij weten we allebei dat we elkaar leuk vinden, maar soms doen we net of we elkaar niet zien staan. Een beetje kinderachtig. Misschien kan ik met mijn alt sax eindelijk eens een duidelijk signaal afgeven volgende week.
Al moet ik zeggen dat ik, nu ik haar de laatste weken niet gezien heb en juist in die periode de trompettist bij de fanfare is gekomen, een beetje ben gaan twijfelen over de zangeres. De trompettist is een mooie rijpe vrouw, erg aantrekkelijk. Van kinderachtig gedoe zal bij de trompettist geen sprake zijn, de relatie zal meteen serieus zijn. Wat een gedachten weer. Dat krijg je, als het saai is tijdens de repetitie.
Meestal valt er op saaie momenten altijd iets te lachen met de bugelist, maar nu, tijdens Bist Du Bei Mir, valt dat tegen. Er zit niks anders op dan serieus mee te blazen en uit te kijken naar het einde van de repetitie. Ik heb nu al zin om zo dadelijk met hem en de trombonist ons gebruikelijke biertje te drinken aan de bar, en de laatste minuten van PSV te kijken.
Misschien schuift aan de bar straks ook de sopraan saxofonist aan, want dat doet ze vaker. Meestal heeft ze dan de spannendste verhalen te vertellen. Als ze niet een soort grote zus voor me was geweest, zoals ze zelf altijd zegt, was ik als een blok voor haar gevallen. Ze is gewoon super knap. Maar aanpappen met iemand uit de botenfamilie is geen optie. Mijn opa zou zich omdraaien in zijn graf en mijn moeder zou het daardoor waarschijnlijk ook lastig vinden. Wat erg eigenlijk, dat die conservatieve geest soms nog als een deken over onze familie hangt hier bij de fanfare. Des te meer hang ik op zo’n momenten aan de lippen van de bugelist en de sopraan saxofonist. Ik wil dan net zo outgoing en flamboyant zijn als zij.
Die openheid van de sopraan saxofonist doet me veel. Ze is mijn maatje. En natuurlijk slaat mijn fantasie op hol als ze vertelt over haar seksuele escapades. Ik denk er vaak aan als ik in bed lig, maar ik heb me aangeleerd dat niet langer op haar te projecteren maar op de zangeres. En de laatste weken dus ook op de trompettist. Het doet me hunkeren naar hen.
Het klinkt wel goed trouwens. En de slagwerker stuwt goed, voor de verandering. Ik kijk hem even aan ter bevestiging. Hij moest eens weten wat ik allemaal weet over zijn relatie met de sopraan saxofonist. Ik kijk nog een keer naar de trompettist, dat kan goed de honderdste keer zijn in de afgelopen weken. En ik schrik me kapot, want ze kijkt me ineens recht aan en geeft me een knipoog. Een warme rilling gaat door mijn lijf. Zou zij ook? Zou dat kunnen, een 18 jarige met iemand van rond de 40?